donderdag 13 augustus 2009

't Opschrikkeritus

En andere ongeneugden van het kampeerleventje op de Betteld.
Daar ben ik dus niet voor in de wieg gelegd.

Roos en ik zijn ons huis in Den-Haag ontvlucht voordat Marinus ons huis om zou toveren in één grote ravage. Natuurlijk met een goed doel: oud toilet -> nieuw toilet. Dat wordt vanaf nu niet schoonzwemmen, maar schoonplassen in huize Van de Lagemaat. Meneer is geslaagd!!
Natuurlijk sprong mijn hart op van blijdschap op het moment dat ik het toilet zag. Dat was een prettig opschrikje.

Maar voordat ik kon genieten van het mooiste toilet van Nederland moest ik eerst heel wat afschrikken op de camping. Op mijn werk zeiden collega's soms tegen me: 'tjonge, jij hebt een slecht geweten'. Dat is geen leuke opmerking, maar blijkbaar schrik ik nou eenmaal graag en snel.

De eerste nacht sliepen Roos en ik in de tent. De tent waar we in sliepen heeft geen binnentent, dus geen beestvrij gedeelte waar je met een gerust hart kunt slapen zonder gewekt te worden door gekriebel om je heen. Roos sliep redelijk veilig, met een hoeslaken over het campingbedje heen. Voordat ik ging slapen moest ik een paar oorwurmen vermoorden. Ik had namelijk verhalen gehoord van mensen die een oorwurmennest in hun oor hadden na hun kampeeravontuur. Dat betekende de tent dus oorwurmvrij maken. Ik zag er drie lopen en riep in eerste instantie vriendin H. om ze de nek om te draaien. Als iemand Gods creaties om zeep moest helpen zou ik het niet zijn. Ik probeerde vervolgens de slaap te vatten, maar de angst voor beestjes in mijn oor zat nog zo diep dat ik af en toe mijn ogen op een kiertje zette. Ik geloofde niet in een oorwurmvrije tent. En ja hoor, ik zag er weer één lopen. Nee, niet één, wel twee, drie! Zo over het tentdoek! Vriendin H. lag in de caravan te slapen dus ik moest zelf maar aan het moorden gaan. Ik bedacht dat ik me maar niet zo moest aanstellen, je gaat toch niet dood van een oorwurmennest in je oren. Ik zou anders de hele nacht niet meer kunnen slapen. Die slaap zat er overigens toch niet in want het regende onweer alsof het oorlog was. Roos wakker, ik wakker, beestjes natuurlijk allemaal de droge veiligheid van de tent opzoeken en daar zaten we dan. Met z’n honderden in de tent. Ik heb een enkel uurtje mijn ogen dicht gehad en toen het ochtend was en Roos mij vriendelijk wekte met een ‘pappapappapa’ (zo heet ik niet Roos, je hebt de verkeerde voor je) deed ik mijn ogen open en daar zag ik: SPIN!!!!

Belangrijk bij de opvoeding is dat je je eigen angsten niet op je kinderen projecteert. Mooi zou het zijn als Roos later met alle liefde spinnen en ander ongedierte beetpakt en van ongewenste plekken wegjaagt. Dan hoef ik dat niet te doen. Dus ik bleef kalm en rustig, probeerde mijn hart weer in het vertrouwde ritme te laten kloppen en verkaste daarna zo snel mogelijk alle spullen naar de stacaravan. Dat doen we dus ook nooit meer!

De volgende nacht lagen Roos en ik ook in de stacaravan. Dat ging prima. We zijn alleen af en toe wakker geschrokken van knikkerende eekhoorntjes op het dak. Daar rolde weer een beukennootje. En nog één. Een stevige wind rukte zo de beukennootjes van de boom om ze op het dak van de caravan te laten belanden om er vervolgens aan de voorkant vanaf te rollen. Daar geloof ik natuurlijk niets van, het waren gewoon eekhoorntjes. Knabbel en Babbel. In elk geval waren de beukennootjes ook een opschrikje waard.

Vriendin H. werd verruild met vriendin Majo (die ooit geblogd heeft). Klinkt niet zo aardig eigenlijk, net alsof ik naar de winkel ben geweest omdat ik niet tevreden was. Maar dat is natuurlijk niet zo.
Vriendin H. moest werken en vriendin Majo was vrij. We dachten leuk een eindje te wandelen naar een dorpje verderop. Dat eindje werd uiteindelijk het eind van de wereld (voor mijn gevoel). Gelukkig zit ik zo in elkaar dat een goed vooruitzicht het leed verzacht. We zouden in élk geval een ijsje gaan scoren in het dorp. Oké, ik loop wel door..
We liepen op een leuk zandpad en af en toe kwamen er fietsers voorbij. Meestal zijn mijn oren zo gespitst (ik hoor immers ook oorwurmen over het tentdoek kriebelen) dat ik de fietsers wel aan hoor komen. Maar op de terugweg kreeg ik toch een hartverzakking. Ineens racete er een mannetje op een fiets voorbij. Ik vrees dat ik hem ook een hartverzakking heb bezorgd want ik schrok nogal luid. En Majo lachen natuurlijk!

’s Avonds lag ik in bed, samen met Majo in het grote bed. Zie ik ineens een spin op mijn kussen, 5 centimeter bij mijn neus vandaan. Ik spring op en besef me ineens dat het helemaal geen spin is, maar gewoon een veertje die uit het kussen steekt. En Majo wederom in een deuk!

Ik wou dat er een middeltje bestond tegen deze ernstige vorm van het opschrikkeritus. Roos lijkt er ook trekjes van te hebben bij harde of onverwachtse geluiden. En dat is natuurlijk niet de bedoeling.

Inmiddels zijn we weer thuis, lekker vertrouwd. Geen fietsers die ineens voorbij komen zoefen (we wonen in Den Haag, de gemiddelde Hagenees maakt herrie), geen oorwurmen in de buurt en geen knikkerende eekhoorntjes. Heerlijk om weer thuis te zijn en schoon te kunnen plassen!

1 opmerking:

Sam of Saam zei

volgens wikipedia: De naam 'oorworm' kan afkomstig zijn van het oude volksgeloof dat deze diertjes de gehooringang van mensen binnendrongen, om binnenin eitjes te leggen.

niet meer bang zijn :-)