zaterdag 28 augustus 2010

Containers uit de hemel tegen Hollands parapluutje

Containers vol regen werden er geloosd in de afgelopen dagen. Liever hier dan in Pakistan dacht ik dan. En ik heb makkelijk praten. We wonen in een bovenwoning dus houden al gauw droge voeten.
Ik ben trouwens schuldig hoor. Ik was zo moe van de week, dat ik stiekem hoopte op regen. Dan had ik een goed excuus om binnen te blijven.

En ik vind het heerlijk om uit het raam te kijken, naar mensen te zwaaien en te glimlachen. Of gesprekken te voeren terwijl mijn woorden weerkaatsen tegen het raam en ik de buurvrouw buiten toch niet kan verstaan. Maar ach, dat vraagt natuurlijk om grote glimlach en om een koffieleut afspraak later die dag.

En lachen joh. In die stortregen zie ik onze overburen onder een gammel parapluutje met hun kleinkinderen vastgeklemd aan hun benen naar de auto toe lopen. In de hoop droog te blijven. Dat lukt. Een beetje. Maar dan moet je natuurlijk de auto induiken. En hoe doe je dat dan? Kleinkind 1 werpt zich op de achterbank. Kleinkind 2 denkt dat regen dodelijk is en klemt zich nog iets meer vast aan het zestigjarige been van oma, terwijl oma hem probeert aan te moedigen toch maar in de auto te stappen. Gelukkig krijgt ze het voor elkaar. En nu moet oma zelf nog de auto induiken. En ze heeft een reusachtige paraplu die mee moet. Je raad het al; na een hoop gestuntel is oma nat, de auto nat, maar vooruit, iedereen erin en op weg naar school dan maar.

En ik zit aanmoedigend te glimlachen, terwijl Roos 'auto' en 'huis' roept. Door de bakken water tussen de buren en ons kunnen ze mijn stille aanmoediging toch niet zien. Dus ik moedig Roos maar aan: 'kijk, dit is stortregen, stortregen' of 'dat is een paraplu' en we zingen een mooi liedje over soldaatjes die op hun gat vallen. Veranderen de woorden in 'omaatjes die zeiknat worden'. Wij vermaken ons wel binnen.

Geen opmerkingen: